WENDY G.A. VAN DIJK
|
1993
Het einde van het middensegment auteurssystemen
Het begin van de internethype
Liz Mattijsen en ik begonnen in 1988 met ons eigen bedrijf: IKSX Consultants BV. Onze markt: bedrijven en instellingen die educatieve software (CBT of computer based training, COO of computer-ondersteund onderwijs) maken voor eigen gebruik of die als commerciële producten verkopen.
In de praktijk betekent dit we niet alleen met educatieve software bezig waren, maar ook met multimedia en "computer based testing" (toetssoftware). Veelgebruikte termen zijn authoring (het maken van software met veel inhoud, bedoeld voor het presenteren van die inhoud, zoals voor educatieve doeleinden, of voor het geven van presentaties en lezingen), courseware (cursus-software, programmatuur waarmee iemand een cursus kan volgen), author (ontwikkelaar van courseware, multimedia, etc.), authoring languages (programmeertalen toegespitst op authoring), authoring systems (auteurssysteem, een ontwikkelomgeving waarbij de author geen programmeertaal hoeft te leren).
Auteurssystemen zijn een beetje te vergelijken met de Content Management Systemen (CMS) die er nu al enige tijd voor internet en intranet zijn.
In 1988 was de markt voor auteurssystemen verdeeld in drie segmenten: een top-, midden- en onder-segment. Het ondersegment bestond vooral uit programma's die gemaakt waren met algemene programmeertalen, programmeertalen die niet toegespitst of gespecialiseerd waren op een bepaald vakgebied. Bekende voorbeelden van zulke algemene programmeertalen waarmee courseware gemaakt werd, zijn Basic (later Visual Basic), Pascal, Toolbook, HyperCard en soms zelfs C. De systemen kostten net als de eindproducten enkele tientallen of honderden euro's per pakket. Ik heb courseware gezien die gemaakt is met Word en macro's, of met databases als dBase III+ of Access. Ook al zaten er in dit segment wel eens juweeltjes, de meeste courseware en multimedia uit dit segment was niet meer dan hypertekst (klikken om naar de vorige of volgende pagina te gaan, of naar het menu, met af en toe een meerkeuzevraag).
In het topsegment zaten systemen als Mandarin. Deze systemen kostten vaak tienduizenden euro's en waren meestal systeemafhankelijk: ze konden dan alleen met specifieke hardware gebruikt worden. Deze systemen waren soms ook gekoppeld aan vluchtsimulatoren of systemen voor het leren werken met tanks, treinen of olietanker.
Het middensegment bestond uit TenCORE, Authorware, Pilot, IconAuthor, CourseBuilder. De producenten daarvan maakten auteurstalen en/of auteurssystemen. TenCORE had TenCORE Language (programmeertaal), TenCORE Producer (auteurssysteem) en TenCORE CMI (toetsontwikkelsysteem). Sommige producenten maakten net als TenCORE aparte systemen voor de aparte groepen ontwikkelaars, anderen maakten maar één product (The Examiner was een toetsontwikkelsysteem zonder bijbehorend ontwikkelsysteem voor courseware). Deze pakketten kostten duizenden euro's per gebruiker en waren meestal niet zonder een stevige training te gebruiken. Er is echter wel immens veel courseware en multimedia mee gemaakt. Er zijn eindproducten gemaakt waarvan honderdduizenden exemplaren verkocht zijn.
Een bekend voorbeeld van de jaren zeventig is het PLATO-systeem, waar wereldwijd tienduizenden mensen mee gewerkt hebben om vele honderdduizenden uren courseware te maken en te gebruiken, maar dat duizenden euro's per maand per terminal kostte en waarvoor vastelijnverbindingen met grote centrale serversystemen aangelegd moesten worden. De ontwikkelaars zijn later betrokken geweest bij vele revolutionaire ontwikkelingen op computergebied, grondleggers van programmeertalen, computerfabrikanten en belangrijke onderdelen van het internet.
Wij waren dealer van de TenCORE-systemen in Nederland. We maakten daar subroutine-bibliotheken bij, zoals xxCORE, LAStools, TPtools en Imagic, die door vele honderden bedrijven gebruikt zijn en waarvoor we dealers hadden in de USA, UK, Ierland, België, Duitsland, Spanje, Italië, Denemarken, Australië en India. Met TenCORE zaten we zo'n beetje aan de top van het middensegment van de markt.
Regelmatig kwam ik bij een potentiële klant om een demonstratie met TenCORE te geven. Bij een tweede of derde bezoek kreeg ik zeer vaak te horen dat de uiteindelijke keus gemaakt zou worden en dat het om een keus ging tussen TenCORE en een ander systeem, heel vaak was dat Authorware. TenCORE werd vaak genoeg gekozen om in ons levensonderhoud te kunnen voorzien.
We haalden ook nog een aardige omzet uit werkzaamheden voor onze -vooral Nederlandse- klanten. Als de ontwikkelomgeving van een klant het te druk had of als ze een deadline zagen naderen terwijl het product nog niet af was, werden we wel eens voor het productiewerk ingehuurd. Zo heb ik nog aardige dingen gemaakt, bijvoorbeeld voor de Rabobank.
Van 1988 tot en met 1994 waren we vrijwel altijd met ons tweetjes, Liz en ik. Soms hadden we nog iemand in dienst, bijvoorbeeld voor de verkoop of voor het secretariaat. We zijn geen van beiden marketingspecialisten en hebben een schijnbaar aangeboren ongemak met reclame maken, marketingpraatjes houden en socializing. We konden (en kunnen) telkens weer het beste opschieten met de "techneuten" bij een klant, en niet zo erg goed met de managers of met de marketingmensen. We werden dan ook niet rijk, ons bedrijf groeide niet hard, en ook al stegen de omzetten, we hadden niet de financiële slagkracht voor iets als een marketingcampagne.
In 1994 kregen we een aardige klap met ons bedrijf. Toen kwam Philips met haar CD-i. Een hele schijf die je vol kunt zetten met tekst, foto's, film, animaties, databases, naslagwerken en wat al niet meer. Het was duurder, het was mooier, de mensen die ermee gingen ontwikkelen moesten een aantal speciale cursussen volgen, de apparatuur was duurder. Dus dat moest wel geweldig veel beter zijn dan wat er tot dusver op COO- en multimedia-gebied te krijgen was. Maar er kwam wel wat bij kijken...
Met de auteurssystemen van die tijd was COO tamelijk eenvoudig te maken, ook multimedia. De auteurssystemen
waren relatief eenvoudig te gebruiken en de het hele productieproces, inclusief de distributie,
was overzichtelijk. De COO nam weinig ruimte in beslag, paste vaak op één tot vier
diskettes en tamelijk snel te ontwikkelen en makkelijk te onderhouden. De mensen die het grafisch werk
verzorgen waren vaak echte kunstenaars: maak maar eens grafieken, logo's, pictogrammen, foto's en
diagrammen zodanig dat de gebruiker het mooi vindt en het ook nog begrijpt.
De kritiek groeide wel dat het allemaal zo eenvoudig was en dat het allemaal veeeeel mooier kon.
Natuurlijk, dat klopt, maar vaak werd daarbij vergeten dat mooier meestal ook duurder betekende.
Bijvoorbeeld, mooiere plaatjes zijn grotere bestanden en kosten meer schijfruimte (bye bye diskette),
meer geheugen, betere grafische kaarten en grotere monitoren.
De doorloop door de COO was vaak louter lineair, net als in een boek. Maar vaak genoeg was er een mooie
boomstructuur en er waren ook hele mooie producten die leken op de huidige frame-websites. En ook de
"wolk"-producten waren er al lang: je kon telkens kiezen uit een wolk van opties en op die manier
een vakgebied speels verkennen.
Maar: eenvoud is goedkoop en snel, dus een lineaire cursus of een cursus met een eenvoudige boomstructuur
kwam toch het meest voor. Als een bedrijf behoefte heeft aan 30 cursussen per jaar en je hebt maar een afdeling
van 4 mensen, dan ben je al erg blij met een auteurssysteem dat efficiëntie, effectiviteit en snelheid
hoog in haar vaandel heeft, zoals TenCORE. Enne, met TenCORE kun je heel veel, je kunt er de mooiste
multimedia mee maken, tot aan zeer ingewikkelde vluchtsimulatoren aan toe.
Terug naar CD-i. De productie van een glimmend schijfje kostte al meer dan 20 keer zoveel als de paar
diskettes voor de "ouderwetse" auteurssystemen. De ontwikkelomgeving voor CD-i was een absolute ramp.
Bij de ontwikkeling van auteurssystemen als TenCORE en Authorware had men heel veel geleerd van
(beginners-)fouten. Die fouten werden allemaal opnieuw gemaakt bij CD-i.
Overigens, ook nu weer bij de ontwikkeling van websites, die ook allemaal multimediaal moeten zijn,
allemaal beginnersfouten. Het lijkt wel of niemand de literatuur nog doorkijkt.
Ik heb nog meegewerkt aan COO-producties die zoveel meer geavanceerd zijn dan de mooiste multimedia-producten
van tegenwoordig (websites, games, presentaties). Maar dat is een heel ander verhaal.
Natuurlijk verdedigden we ons furieus. We vertelden al onze klanten wat er mis was met die nieuwe manier
van werken. We legden ook uit hoe die nieuwe manier wel succesvol kon worden, maar ja, dan ging het wel
nog meer geld kosten. Onze klanten waren echter meestal niet de managers hoog in de boom, wij konden
daar maar mondjesmaat mee in contact komen en we werden niet geloofd omdat ons eigenbelang zo duidelijk
was, en ook naar onze contactpersonen werd om dezelfde reden niet geluisterd. En ja, publicitair gezien
staat het natuurlijk fantastisch als je de nieuwste techniek gaat gebruiken in je bedrijf en als zelfs
het grote geweldige Philips groots over jou schrijft. Maar ja, de praktijk...
De CD-i schijfjes konden niet in een gewone CD-speler afgespeeld worden, dus er moesten aparte computers
aangeschaft worden (of CD-i-spelers), en die waren nu niet bepaald goedkoop, dus er werden er maar een
zeer beperkt aantal gekocht. Dus de cursisten moesten weer naar aparte leslokaaltjes, in plaats van
het kunnen doorlopen van een cursus op hun gewone computer. Hoppa, planning maken, efficiency overhoop,
mensen van hun werkplek weg, reistijd, etc.
Tot overmaat van ramp waren de CD-i producties niet eens beter. Vaak waren ze wel mooier
en natuurlijk, ze waren multimedia, dus met film en mooie animaties. Maar de structuur was van een
simpelheid, daar werd je gek van als ontwikkelaar van geavanceerde systemen. En als je er wat van zei,
dan werd je honend weggelachen omdat jij natuurlijk de pest in had dat jou ouderwetse systeempje niks
meer voorstelde. Tsja. De meeste CD-i dingen waren toch maar hele simpele lineaire dia-presentaties:
de ene "slide" na de andere.
Nog een belachelijk aspect van CD-i: je kon testresultaten niet opslaan en vergelijken. Systemen
als TenCORE en Authorware hadden uitgebreide tests mogelijk gemaakt, met multiple choice, open vragen,
rekenvragen, ga maar door. Met de meest mooie resultatenbanken waaraan je goed kon zien of iemand
het begrepen had, maar ook wat de kwaliteit van de cursus was. Dat allemaal werd ineens overboord
gegooid, want het was niet mogelijk op CD-i (of op allerlei andere multimedia-producties op CD-ROM).
Pas nu begint dat aspect weer een beetje terug te komen met cursussen via Internet!
Natuurlijk was het niet alleen de schuld van CD-i. Er was ook een hype van outsourcing aan de gang.
Fijn jezelf als bedrijf terugtrekken op je "core competencies" en dergelijke omschrijvingen.
Ontsla iedereen die niet direct met je kernactiviteiten bezig is, of zet die mensen in op
hele andere afdelingen. Nog zo'n hype was job rotation. Veel mensen die met onze producten werkten,
werden plotseling op hele andere klussen gezet en kregen nooit meer de kans datgene te doen
wat ze leuk vonden en waar ze goed in waren.
De multimedia-hype was ook volledig losgebarsten. Onderwijs moest multimediaal. Erg leuk, maar
multimedia is erg duur. Het maken van een goede film is vele malen duurder dan een aantal duidelijke
en mooie tekeningen, diagrammen, pictogrammen. Een CD-speler was toendertijd veeeel duurder dan een
diskette-drive. Voor een film moet je wel een goede grafische kaart en een goede monitor hebben.
En voor de meeste multimedia heb je meer geheugen en een betere CPU nodig.
Ik ben er van overtuigd dat de hypes met multimedia, CD-i, en outsourcing de Nederlandse economie
enorm veel geld gekost heeft en het Nederlandse onderwijs (regulier onderwijs én intern
zakelijk onderwijs) een flinke slag bezorgd heeft.
Onderwijs is vaak het ondergeschoven kindje als het om begrotingen aankomt, zowel in de politiek als
in het bedrijfsleven als in het persoonlijk leven van de mensen, en merk je pas na jaren dat het meer
geld kost dan oplevert om slecht onderwijs te bieden. Nieuwe werknemers worden slecht onderwezen en ingewerkt,
nieuwe ontwikkelingen worden slecht doorgevoerd, herscholing voor werknemers die iets anders moeten
gaan doen, kan ook niet meer. Na een paar jaar begint de onvrede, de demotivatie, de chaos en het verlies
aan productiviteit en dus geld. De zondebokken zijn dan erg moeilijk te vinden. In een maatschappij
als de Nederlandse kunnen we wel proberen om op prijs te concurreren met de lage-lonen-landen, maar
vooraf staat al vast dat we die concurrentiestrijd verliezen als we er niet hard aan werken om dat wat we
doen, sneller en efficiënter te doen dan concurrerende landen het doen. Zonder goed onderwijs, dat
beter is dan dat in de concurrerende landen, verliezen we die strijd, die in feite een strijd is om wie er
het slimst is, wie er het best nieuwe dingen kan bedenken, hoe we kunnen bedenken hoe productie en
dienstverlening sneller, goedkoper, minder vervuilend en met minder grondstoffen en minder energie en minder
menskracht kan.
Dat bedrijf dat met 4 mensen 30 cursussen per jaar kon maken met 4 medewerkers, daar denk ik nog vaak
aan terug. Toen werd daar CD-i ingevoerd en TenCORE afgevoerd. En wat bleek, met hetzelfde budget
konden ze nog maar 3 cursussen per jaar maken, maar de behoefte aan 30 cursussen per jaar bleef.
De 4 medewerkers konden die CD-i niet maken, dus de 4 mensen werden elders in het bedrijf te werk
gesteld. De productie van de CD-i werd uitbesteed en ging enorm veel meer kosten dan het budget van
de 30 cursussen tot dusver vergde. En overal moesten CD-i spelers komen. Ik heb het van tamelijk
nabij meegemaakt en het was af en toe bijna janken, zo erg emotioneel, het was belachelijk duur en
je gelooft niet hoe slecht het was wat er opgeleverd werd. En door het topmanagement werd het
allemaal goedgepraat met "aanvangsproblemen". Toen na een aantal jaren het topmanagement zo'n
beetje vervangen was, kon CD-i stilletjes afgevoerd worden en met veel pijn en moeite kon er weer
een eigen opleidingsafdeling gestart worden. Maar dat was nadat wij al op Internet overgestapt waren.
Inmiddels is ook de internethype alweer lang en breed voorbij. We hebben met ons allen dezelfde fout nogmaals
gemaakt en nu nog een graadje erger. Wat wordt de volgende hype?
|